
Gustave Van De Woestyne (1881-1947)
De Kindertafel, 1919
Geschilderd toen hey in Waregem woonden en in 1922 aan de Van Buurens geschonken door hun vriend Jacob de Graaf, toont het schilderij “De Kindertafel” ons een schijnbaar banaal maar bevroren tafereel. De vijf kinderen van de schilder lijken helemaal niet te communiceren. Hun ogen zonder wimpers zien er hinderlijk koud uit.


Stilleven: de witte koffikean, 1928
Gustave van de Woestyne schilderde nooit naar de natuur. In de schilderijen van de eetkamer, net als in al zijn stillevens, maakt het resultaat op het doek zich duidelijk los van de compositie waarop hij zich baseerde.


De Herder, 1910
Gustave van de Woestyne begon zijn portretten met een detail, meestal de ogen, altijd zonder wimpers, waarna het schilderij zich vanzelf verder ontwikkelde. In ‘De Herder’ blijft het landschap op de achtergrond anekdotisch. De kunstenaar toont ons het portret van een man die zich verliest in zijn dromen en buiten de werkelijkheid staat.


De Hof van Sint-Agnes, 1911
De aankoop van ‘De Hof van Sint-Agnes’ was het begin van een lange vriendschap tussen David Van Buuren en de kunstenaar. Het museum telde tot tweeëndertig werken van de schilder. David was zijn enige mecenas. Hij kocht veel van zijn doeken, maar steunde hem ook financieel gedurende zijn hele carrière.
